U bent hier

Wat werkt ?

Wat werkt bij wie, wanneer en waarom ? Hieronder een aantal variabelen die hierbij van invloed zijn:

  1. De methodiek
  2. Het draaiboek
  3. De hulpverlener(s)
  4. De cliënt
  5. De groep
  6. Diverse overige factoren

De methodiek
Ook de groepsmaatschappelijk werker staan een gereedschapskist met diverse groepswerkspecifieke instrumenten ter beschikking. Voordat men zich gaat blindstaren op de gekozen methodiek/methode de volgende kanttekening: de bijdrage die gekozen methoden en technieken hebben op het effect van de geboden hulp wordt vaak overschat. Uit groot  overall onderzoek blijkt dat van alle factoren die het effect van de hulpverlening bepalen slechts circa 10% op conto van de gekozen methode komt. 
Uit dit onderzoek blijkt dat er overigens wél een organisatie van en structuur in de hulpverlening moet zijn om aan een werkrelatie en taken te kunnen werken. Een van de belangrijkste bijdrage van modellen en methoden is dat zij een structuur en focus aan de begeleiding geven. Daarnaast is het geloof wat de hulpverlener heeft in de eigen methode ook een factor van belang. Daarom dien je een methode te gebruiken die aansluit bij je eigen visie.  Meer over dit onderwerp.

Het draaiboek / cursusmateriaal
Voor verschillende groepen, cursussen en trainingen - aangeboden vanuit het maatschappelijk werk - bestaan uitgewerkte handleidingen / draaiboeken. Onder draaiboeken vindt u per werksoort welke draaiboeken ontwikkeld zijn en te verkrijgen zijn.

De hulpverlener (s)
Voordat u mocht denken dat het effect van de begeleiding grotendeels afhangt van de gehanteerde methodiek willen we u wijzen op de essentiële rol van de variabelen verbonden aan de persoon van de hulpverlener. Bij hulpverlenervariabelen moet u denken aan persoonlijke kenmerken, kwaliteiten, competenties, overtuigingen en opvattingen, voorkeuren, het vermogen aan te kunnen sluiten bij de cliënt en de grondhouding van de hulpverlener.
Al deze factoren tezamen bepalen voor een groot deel het effect van de geboden hulpverlening.   Meer over dit onderwerp.

De cliënt
Een groot deel van het effect van de geboden hulp wordt bepaald door de motivatie van de cliënt. De motivatie is geen statische factor; interacties met de groepswerker(s) en interacties tussen cliënt en medegroepsleden zullen van invloed zijn op deze motivatie. Deze invloed kan de motivatie versterken, maar mogelijk ook verzwakken. Een aantal factoren in de ontwikkeling van de groep, de vorm van onderlinge interacties en de groepsdynamiek kun je als groepswerker bewust (proberen te) beïnvloeden. Daarnaast is elke groep weer anders, als gevolg van de som der delen (deelnemers) en lijkt zich ook een deels autonoom proces af te spelen in een groep, waar je als groepswerker slechts ten delen invloed op kunt uitoefenen.

De groep
In het groepsmaatschappelijk werk worden een aantal kenmerken vaak genoemd ter onderscheid van de andere begeleidingsvormen. In het werken met een groep heb je als groepsmaatschappelijk werker in dat kader ook nog eens te maken met een groepsontwikkeling en groepsdynamische processen, of je daar nu bewust op aanstuurt of niet. Dus is het van belang je daar bewust van te zijn en daar waar mogelijk constructief op in te spelen of op te anticiperen. Dit is van belang omdat je daarmee optimaal gebruik kunt maken van een aantal werkzame factoren die inherent zijn aan een groep. En daarmee kun je de specifieke effecten van deelname aan een groep vergroten.

Diverse andere factoren
De groepsruimte
De ruimte waarin de bijeenkomsten plaatsvinden kan in ieder geval van invloed zijn op de sfeer. Denk daarbij aan de grootte van de ruimte, de verliching, het meubilair en de opstelling daarvan, de aankleding van de ruimte. Welk effect deze componenten hebben op de bijeenkomsten is voor zover wij weten (nog) niet onderzocht.
Het aantal bijeenkomsten en de frequentie
Een workshop, vier bijeenkomsten eens in de 2 weken of 15 wekelijkse bijeenkomsten over een periode van 3 maanden hebben ongetwijfeld een ander effect.
De wachtperiode
Met name gesloten groepen hebben vaak een startdatum die niet altijd direct aan zal sluiten op de datum van aanmelding en intake. Het ijzer smeden als het heet is, zal dus niet altijd gaan lukken. De vraag is hoe de motivatie van de cliënt optimaal te krijgen/houden.

Wat ontbreekt volgens u nog in bovenstaande opsomming? Lever uw bijdrage middels onderstaande optie.