Als groepswerker heb je te maken met een groepsontwikkeling en groepsdynamische processen, of je daar nu bewust op aanstuurt of niet. De interventies welke door de groepswerker worden gedaan zijn van invloed op de loop van de gebeurtenissen in de groep. Daarom is het van belang je bewust te zijn van de groepsontwikkeling en daar waar mogelijk constructief op in te spelen of op te anticiperen.
Hieronder in het kort het groepsontwikkelingsschema volgens Bruce W. Tuckman (1965) gebaseerd op de groepsdynamica, dat wil zeggen, dat er een ontwikkeling in de groep te verwachten en waar te nemen valt, die in grote lijnen analoog is aan de ontwikkeling in iedere groep. Je zou kunnen zeggen, dat er sprake is van een soort grondpatroon wat in iedere groep terug te vinden is.
Tuckman ontwikkelde een schema in vier fasen. Deze fasen benoemde hij met de trefwoorden
- Forming - formering: de groepsleden proberen erachter te komen welke gedragsvormen in de groep getolereerd worden en hoe anderen daarop rageren. Van de leider wordt veel verwacht in deze fase. Tevens wordt in deze fase uitgezocht wat de taak van de groep is of moet zijn en hoe daaraan gewerkt zou kunnen worden.
- Storming - opstand: groepsleden verzetten zich tegen de groepsstructuur zoals die aan het ontstaan is: zij willen zich niet zomaar aanpassen. Ook met betrekking tot de wijze waarop aan de taak van de groep gewerkt moet of kan worden ontstaan conflicten.
- Norming - eenheid: naarmate de groep er beter in slaagt de conflicten uit de vorige fasen op te lossen wordt het klimaat in de groep opener en neemt de cohesie toe. Met betrekking tot het vervullen van de taak is er meer uitwisseling en onderlinge acceptatie.
- Performing - samenwerking: de groep heeft zich ontwikkeld tot een samenwerkende eenheid, waarin de groepsleden zowel in emotioneel opzicht als met betrekking tot het vervullen van de taak, voldoening vinden.
Uit 'Groepswerk in het maatschappelijk werk' van Nora van Riet