De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is sinds 1 januari 2007 ingevoerd. De wet vormt de basis van het stelsel van Zorg en Welzijn. Dit stelsel bestaat naast de Wmo ook uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Het maatschappelijke doel van de Wmo is ‘meedoen’. De wet moet er voor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen. En als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente bijvoorbeeld middels ondersteuning door vrijwilligers en mantelzorgers, regelen van hulp bij het huishouden en het geven van goede informatie over de hulp en informatie die mensen kunnen krijgen.
De Wmo wordt dan ook uitgevoerd door de gemeenten. De regering verwacht dat gemeenten via de Wmo de zorg flexibel kunnen verstrekken en een grotere inzet van mantelzorgers en vrijwilligers kunnen realiseren. De verwachting is dat de kosten voor de AWBZ zo worden teruggedrongen. Deze kostenbesparing verwacht de regering te kunnen realiseren door de gemeente een budget te geven voor de uitvoering van de Wmo. Eventuele tekorten zullen door de gemeente zelf gedragen moeten worden. Gemeenten hebben veel beleidsvrijheid om de uitvoering zelf vorm te geven waardoor de uitvoering per gemeente sterk kan verschillen.
Zie ook Nieuw perspectief voor het groepsmaatschappelijk werk door de WMO
Welzijn Nieuwe Stijl
Beluister ter inleidig vooral ook de boeiende presentatie van Jos van der Lans.
Uit de evaluatie van de Wmo blijkt dat daadwerkelijke andere omgangsvormen tussen de partijen nog maar mondjesmaat op gang is gekomen. Deze conclusie was een van de belangrijkste redenen van de VNG, MOgroep en VWS om in 2011 het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl te introduceren: een impuls voor gemeenten, welzijnsinstellingen en professionals om te bewerkstelligen wat met de Wmo beoogd is.
Hoofddoelstellingen stimuleringsprogramma
Het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl heeft de volgende doelstellingen:
Welzijn Nieuwe Stijl kent acht bakens (kenmerken). Deze geven richting aan de kwaliteitsontwikkeling van de welzijnssector, en zijn daarmee ook voor gemeenten in hun rol als opdrachtgever relevant. De 8 bakens van Welzijn Nieuwe Stijl zijn:
Zie ook de kritische noot van Sjef de Vries Burgerkracht; wat vindt de burger ervan.
Net als met de invoering van de WMO vormt Welzijn Nieuwe Stijl een bedreiging voor de bestaande subsidiering van het algemeen maatschappelijk werk. Daarom dagen we u uit middels de volgende vragen:
Plaats hieronder direct uw antwoord of mail maatschw@groepsmaatschappelijkwerk.nl zodat wij het toevoegen aan deze pagina.
Bij voorbaat dank voor uw bijdrage !
Reacties
Groepsmaatschappelijk werk Welzijn Nieuwe stijl
Het groepswerk sluit goed aan bij de iedeen van Welzijn nieuwe stijl, omdat m.i. juist de eigen kracht van clienten in groepen meer benadrukt wordt. Bij een op een hulpverlening lijkt de client afhankelijker van de hulpverlener. Het besef dat clienten niet de enige zijn die met een probleem te maken hebben, dat zij ook het nodige aan kwaliteiten hebben te bieden en het vaak cursorische karakter van het groepswerk werk daaraan mee.
Het is de kunst een aanbod te ontwikkelen(i.s.m bijvoorbeeld welzijnswerk), die laagdrempelig en concreet zijn, inspelend wat er leeft en bij voorkeur i.s.m. andere instanties. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan communicatie(omgaan met elkaar in de buurt, solliciteren) of gericht op een groep (alleenstaande ouders). Ook voorlichting geven aan bestaande groepen( bijvoorbeeld in een buurthuis) is een mogelijkheid.
Ik ben heel benieuwd ideeen van anderen te horen, omdat Welzijn nieuwe stijl zo in ontwikkeling is.