U bent hier

Cliëntfactoren

Ruw geschat zal ongeveer 90% van de literatuur over de interventies, diagnosen en methoden gaan en blijken therapietheorieën in wezen pathologietheorieën. Ofwel; de cliënt en zijn gezonde krachten hebben lange tijd ontbroken. Als er iets duidelijk geworden is na vijftig jaar onderzoek, is het dat het de cliënt is die het effect van de hulp voor het grootste deel bepaalt. Het is zijn actieve deelname die beslissend is. De cliënt ondergaat niet de hulpverlening, maar maakt er gebruik van, het is de cliënt die maakt dat therapie werkt. Het is de taak van de therapeut om zijn bijdrage zo toe te snijden op de individuele cliënt dat deze zo effectief mogelijk gebruik kan maken van wat hulpverlening te bieden heeft.
Een van de grote verdiensten van het Common Factors Model is dat zij de actieve rol en brijdrage van de cliënt hebben laten zien. Van de commonfactors bepalen deze extratherapeutische en cliëntfactoren 40% - 87% van  het resultaat van de hulpverlening  (De precieze mate van invloed is moeilijk te bepalen; verschillende onderzoekers komen tot verschillende percentages. Het laagst gevonden percentage - 40% - is van Lambert (1992), het hoogst gevonden percentage - 87% - is van Wampold (2001) .

Geciteerd uit  Wat werkt? - De kern en de kracht van het maatschappelijk werk  van Sjef de Vries

 Hieronder een aantal cliëntfactoren die het effect van de begeleiding (mede) bepalen:

  • de motivatie
  • de vermogens
  • het juiste moment (start van de groep komt meestal niet overeen met het moment van smeden wanneer het ijzer heet is)
  • gevoeligheid voor sociale druk (kan vaak positief werken, soms echter juist ook negatief)

Zie ook de Handout van Sjef de Vries bij het NVMW Gastcollege "Waarom zijn MW-ers zo effectief"