'Kunt u mij alstublieft de weg wijzen?'
"Dat hangt er nogal van af waar je heen wilt', zei de Kat.
'Dat kan me niet zoveel schelen ..', zei Alice.
'Dan doet het er ook niet toe welke weg je neemt', zei de Kat.
'...Als ik maar ergens kom', legde Alice uit.
'Oh, dat lukt zeker', zei de Kat, 'Als je maar lang genoeg doorloopt'.
Uit: Lewis Carol, Alice in Wonderland
Zonder heldere doelen handel je als begeleider een beetje als Alice; je improviseert maar wat aan en de reacties van je deelnemers, die 'er altijd wel wat van leren', worden leidend. Op verschillende niveaus zijn doelen te onderscheiden:
Doelen zijn op verschillende wijzen onder te verdelen; cognitieve doelen, affectieve doelen, psychomotorische doelen en interactieve doelen is een mogelijke onderverdeling.
Wim Goossens maakt in zijn artikel in ‘Werken, leren en leven met groepen’ het volgende onderscheid:
Bij cognitieve doelen is nog een verder onderscheid te maken in: | Werkwoorden die hierbij passen: |
1. Kennis |
Navertellen |
2. Inzicht |
Verband aangeven |
3. Toepassing (nog zinvoller) |
Maken |
Een cognitief doel kan hiermee beschreven worden in termen van verkregen kennis – inzicht – toepassing. In de bijbehorende subdoelen kunnen de bijpassende werkwoorden gehanteerd worden. Deze werkwoorden vormen daarmee tevens een leidraad bij de effectmeting.
Vooraf aan deelname aan een groep is het van groot belang dat deelnemers de doelen van de training/cursus/groep kennen zodat ze van te voren weten in hoeverre de training/cursus/groep aan hun verwachtingen zal kunnen voldoen
Deelname aan een training/cursus/groep is hoogstwaarschijnlijk effectiever wanneer de deelnemers vooraf aan deelname hun eigen doelen bewust zijn of worden.
2.a. Vooraf aan deelname kan hiervoor met iedere deelnemer een doelstellend gesprek gepland worden. Zowel om de deelnemer te helpen de eigen doelen te formuleren als om te bepalen in hoeverre de training/cursus/groep voldoende op de doelen zal aansluiten.
2.b. Ook de eerste bijeenkomst kan gebruikt worden om deelnemers hun eigen doelen verder in kaart te laten brengen. Hiervoor kun je deelnemers bijv. in subgroepen hun doelen laten uitwisselen. Doel is dan – naast kennismaking - om de deelnemers zelf weer even op te laten frissen waarvoor ze deelnemen.
* Plenair hierover verslag laten doen kan een onderdeel van de kennismaking vormen.
* Wanneer je de deelnemers van iedere subgroep hun doelen op een flap-over laat zetten dan kun je die flap-overs laten ophangen zodat men in de pauze de doelen van de andere deelnemers kan bekijken en eventueel elkaar kunt bevragen.
* De flap-overs kunnen iedere bijeenkomst opnieuw in het zicht opgehangen worden. Dit helpt deelnemers om zich te realiseren waarvoor ze ook al weer deelnemen. En als begeleider kun je dan ook makkelijker refereren aan de persoonlijke doelen van de deelnemers.
Overigens kan de term ‘doelen’ voor deelnemers moeilijk te begrijpen zijn. Acties of gedrag zijn meer herkenbare alternatieve termen.
Wanneer vooraf aan de groepsbijeenkomsten geen doelen bepaald zijn dan is aan het einde van de training/cursus/groep ook moeilijk te beoordelen of de doelen behaald zijn.
Hoe specifieker de doelen geformuleerd zijn hoe beter te bepalen of de doelen behaald zijn. Een hulpmiddel bij het concretiseren van doelen zijn de SMART-criteria:
S = specifiek
M = meetbaar
A = acceptabel
R = realistisch
T = tijdgebonden
Een zeer praktisch en handig online hulpmiddel is de website Mijn Doelen Stellen. Hiermee kunnen de deelnemers geholpen worden hun doelen te concretiseren. En de deelnemers hebben de mogelijkheid jouw als hulpverlener deze doelen direct toe te laten mailen.