Als groepswerker heb je te maken met een groepsontwikkeling en groepsdynamische processen, of je daar nu bewust op aanstuurt of niet. De interventies welke door de groepswerker worden gedaan zijn van invloed op de loop van de gebeurtenissen in de groep. Daarom is het van belang je bewust te zijn van de groepsontwikkeling en daar constructief op in te spelen of op te anticiperen. Zie ook het artikel 'Integrale procesbenadering van groepen' geschreven, waarbij o.a. onderstaand ontwikkelingsmodel gehanteerd.
Hieronder in het kort het groepsontwikkelingsschema volgens M. Hartford (1971), wat ze ontworpen heeft speciaal betrekking hebbend op groepen in het maatschappelijk werk ! Dit schema onderscheidt zich daarmee van de andere schema's die alle vier gebaseerd zijn op de groepsdynamica dat wil zeggen, dat er een ontwikkeling in de groep te verwachten en waar te nemen valt, die in grote lijnen analoog is aan de ontwikkeling in iedere groep. Je zou kunnen zeggen, dat er sprake is van een soort grondpatroon wat in iedere groep terug te vinden is.
Het schema voor de groepsontwikkeling van Hartford omvat vijf fasen:
1. Vóórstadium van groep-zijn
a. het vóórstadium, waarin de groep uitsluitend in iemands gedachten bestaat;
b. het vóórstadium, waarin het idee een groep te beginnen aan anderen bekend gemaakt gaat worden;
c. het begin van de eerste bijeenkomst van individuen met een werker.
2. Fase van groepsvorming
3. Fase van integratie, desintegratie en conflict, herintegratie
4. Fase van bestaan en voortbestaan
5. Afsluitingsfasen:
a. fase van voorbereiding op de afsluiting;
b. afsluiting;
c. fase na de afsluiting
In de klassieker 'Groepswerk in het maatschappelijk werk' gebruikt Nora van Riet dit model om verder uit te werken. Het feit dat vijf van de twaalf hoofdstukken hieraan besteedt worden moge wat duidelijk maken over het belang van kennis over groepsontwikkeling en hoe je daar als werker rekening mee kunt houden en/of dient te houden.